Zelfovertuiging en executieve functies
Zelfovertuiging en executieve functies: een krachtige wisselwerking
Hoe goed je in staat bent om je doelen te behalen, hangt niet alleen af van je vaardigheden, maar ook van wat je gelooft over jezelf. Zelfovertuiging – het vertrouwen in je eigen kunnen bij een specifieke taak – speelt daarbij een grote rol. Het is een kernbegrip in de sociaal-cognitieve theorie en blijkt van invloed op alles van schoolprestaties tot werkgeluk en mentale veerkracht (Bandura, 1997).
Aan de andere kant hebben we executief functioneren: een verzamelnaam voor mentale processen die je nodig hebt om doelgericht te handelen. Denk aan plannen, organiseren, impulsen onderdrukken en informatie vasthouden in je werkgeheugen.
Maar hoe verhouden deze twee zich tot elkaar?
De wisselwerking tussen denken en doen
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat leerlingen die sterk in zichzelf geloven, doorgaans ook beter scoren op executieve vaardigheden (Burgess et al., 2010; van der Stigchel et al., 2013). Dat is eigenlijk niet zo gek: als je gelooft dat je iets kunt, ben je eerder geneigd om doelen te stellen, plannen te maken en door te zetten wanneer het lastig wordt. Precies die vaardigheden die ook onder executief functioneren vallen.
Zo helpt zelfvertrouwen bijvoorbeeld bij het onderdrukken van afleidingen (inhibitie), en bij het vasthouden van informatie terwijl je een taak uitvoert (werkgeheugen). Andersom werkt het ook: wie zijn executieve functies ontwikkelt, ervaart meer grip – en dat versterkt weer het geloof in eigen kunnen.
Interventies die dubbel raken
Deze wederzijdse versterking maakt het extra interessant voor scholen en begeleiders. Interventies die gericht zijn op het versterken van zelfovertuiging – zoals het leren reflecteren, het stellen van doelen of het geven van gerichte feedback – hebben vaak ook een positief effect op de executieve functies. En andersom kunnen trainingen die zich richten op bijvoorbeeld planning of werkgeheugen, bijdragen aan meer zelfvertrouwen en zelfstandigheid bij leerlingen.
Wat betekent dit in de praktijk?
Voor leraren, coaches en opvoeders ligt hier een belangrijke kans. Door leerlingen actief te ondersteunen in het ontwikkelen van hun executieve vaardigheden, bouw je tegelijkertijd aan hun zelfvertrouwen. En andersom: als je leerlingen helpt om in zichzelf te geloven, vergroot je hun vermogen om doelgericht te werken. Feedback, ruimte om te oefenen, succeservaringen – het zijn allemaal schakels in deze ketting.
Hoe we dit aanpakken bij Movenda
Bij Movenda maken we bewust gebruik van deze samenhang. Onze aanpak is erop gericht om zowel het executief functioneren als de zelfovertuiging van leerlingen te versterken. We bieden praktische tools, creëren reflectiemomenten en stimuleren eigenaarschap. Want wie in zichzelf gelooft én weet hoe hij zijn doelen aanpakt, staat sterker – op school, op het werk en in het leven.
Bronnen
van der Stigchel, S., Merten, H., Meeter, M., & Theeuwes, J. (2013). The relationship between covert attention and working memory in the attentional blink. Memory & Cognition, 41(3), 392-402.
Bandura, A. (1997). Self-efficacy: The exercise of control. Freeman.
Burgess, P. W., Dumontheil, I., & Gilbert, S. J. (2010). The gateway hypothesis of rostral prefrontal cortex (area 10) function. Trends in Cognitive Sciences, 14(7), 428-434.