Determineren op meer dan cijfers. Goed idee?
Kun je determineren op gedrag? Ja — als je weet hoe.
Het einde van het schooljaar nadert. Voor veel scholen betekent dit: de periode van determineren breekt aan. Leerlingen worden ingedeeld op een passend vervolgtraject of onderwijsniveau. Vaak wordt hierbij niet alleen gekeken naar cijfers, maar ook naar gedrag. En terecht. Maar hoe bepaal je het niveau van een leerling op het gebied van gedrag? En nog belangrijker: hoe zorg je ervoor dat leerlingen hierin kunnen groeien?
In dit artikel leggen we uit waarom determineren op gedrag zinvol is — mits je ook investeert in het aanleren van dat gedrag. We baseren ons op het principe van constructive alignment en wetenschappelijke inzichten.
Gedrag bepaalt méér dan de sfeer in de klas
Het komt je vast bekend voor: tijdens een rapportvergadering worden opmerkingen gemaakt als:
“Deze leerling heeft een actieve houding, plant goed en toont eigenaarschap. Misschien past een theoretischer niveau beter bij hem.”
Hoewel cijfers nog steeds een belangrijke rol spelen, beseffen veel scholen dat gedrag minstens zo belangrijk is voor schoolsucces. Dat wordt onderbouwd door Durlak et al. (2011): sociaal-emotionele vaardigheden zijn sterk verbonden aan zowel leerprestaties als het latere functioneren in de maatschappij.
1. Gedrag beoordelen: hoe doe je dat betrouwbaar?
Om gedrag mee te nemen in determinatie, moet je het wel goed kunnen inschatten. Subjectieve indrukken zijn niet genoeg. Volgens Marzano (2003) is het belangrijk om gedrag structureel en objectief te observeren, bijvoorbeeld aan de hand van:
- Observaties in de klas
- Zelfreflecties van leerlingen
- Peer-beoordelingen of feedbackrondes
Deze methodes geven inzicht in gedragsaspecten zoals samenwerken, taakgerichtheid, zelfregulatie en respect voor anderen.
2. Constructive alignment: gedrag onderwijzen én beoordelen
Het principe van constructive alignment (Biggs & Tang, 2011) stelt dat je onderwijsactiviteiten, leerdoelen en beoordeling op elkaar moet afstemmen. Als je leerlingen wil beoordelen op effectief gedrag, moet je daar dus ook expliciet les in geven.
Je kunt pas eerlijk determineren op gedrag als leerlingen weten wat er van hen verwacht wordt én de kans hebben gehad om die vaardigheden aan te leren.
3. Gedrag onderwijzen? Ja, met concrete strategieën
Reinke et al. (2008) benadrukken dat gedrag aanleren in de klas effectief is wanneer het expliciet gebeurt:
- Gedragsverwachtingen verduidelijken: Wat verstaan jullie onder ‘effectief gedrag’?
- Modelen als docent: Laat zien wat gewenst gedrag is, en benoem waarom je dat gedrag toont.
- Oefenen en feedback geven: Laat leerlingen in een veilige omgeving oefenen met nieuw gedrag en geef constructieve feedback.
Gedragsontwikkeling is dus geen vanzelfsprekendheid. Het vereist aandacht, oefening en ondersteuning, net als het leren van een vak.
4. Het verband tussen gedrag en leerprestaties
Determineren op gedrag is niet alleen wenselijk, maar ook onderbouwd. Durlak et al. (2011) voerden een grootschalige meta-analyse uit waaruit blijkt dat leerlingen die deelnemen aan sociale en emotionele leerprogramma’s gemiddeld 11% beter presteren op school dan hun klasgenoten. Bovendien daalt probleemgedrag en groeit het zelfvertrouwen.
Een leerling met effectieve gedragsvaardigheden, zoals zelfregulatie, doelgerichtheid en samenwerking, is beter voorbereid op het voortgezet onderwijs dan een leerling die alleen theoretische kennis bezit.
Movenda als gedragsgericht onderwijsprogramma
Het onderwijsprogramma Movenda helpt scholen om gedrag structureel in kaart te brengen én gericht te verbeteren. Door leerlingen te laten reflecteren op hun gedrag, begeleid te worden door mentoren en stapsgewijs nieuwe gewoonten aan te leren, worden zij steeds zelfbewuster en vaardiger.
Determineren op gedrag? Ja. Maar wel op basis van duidelijke doelen, gedeelde normen én goed onderwijs.
Meer weten over gedrag en determinatie?
Wil je weten hoe je als school het gedrag van leerlingen beter kunt meten én ontwikkelen? Of ben je benieuwd hoe Movenda jullie kan helpen om constructive alignment toe te passen in gedragsonderwijs? Neem dan gerust contact met ons op, we denken graag met je mee.
Bronnen
Reinke, W. M., Lewis-Palmer, T., & Merrell, K. (2008). The classroom check-up: A classwide teacher consultation model for increasing praise and decreasing disruptive behavior. School Psychology Review, 37(3), 315–332.
Biggs, J., & Tang, C. (2011). Teaching for quality learning at university. McGraw-Hill Education (UK).
Durlak, J. A., Weissberg, R. P., Dymnicki, A. B., Taylor, R. D., & Schellinger, K. B. (2011). The impact of enhancing students’ social and emotional learning: A meta-analysis of school-based universal interventions. Child Development, 82(1), 405–432.
Marzano, R. J. (2003). Classroom management that works: Research-based strategies for every teacher. ASCD.